Colin Waeghe

Get Lost in het blikveld van de panchromie
Friday 10/06/2022 — Sunday 10/07/2022

Opening Sunday 12/06/2022 at 16.00

Je hebt snuffelhonden, maar ook snuffelschilders. Zij die de oude academische regels van het perspectief niet volgen of deze van de mimetische registratie aan de kant zetten.

Zij kwispelen met de penselen hun indrukken op het doek als een soort visueel dagboek. Hier ben ik geweest en in de oneindigheid van wat er in een blikveld is te zien, is me dit bijgebleven. Dat is althans wat ik ervan gemaakt heb. Daar ligt het paard van het kunstenaarschap gebonden: artiesten maken er wat van. Hun collegae de filosofen denken er wat bij en de wetenschappers zijn vooral begrijpgraag.

Men kan stellen dat Colin Waeghe impressionistisch schildert. De impressionisten waren de eersten die niet meer ‘het’ landschap wilden schilderen. Het panorama dat als staalkaart voor het universum stond, bovennatuurlijk gecreëerde natuur. Wat men op het Lam Gods aanschouwt is geen Leiezicht, maar het landschap dat naar de hemel leidt.

Ontkomen is uitgesloten, tenzij men de afgrond naar de hel kiest.

De impressionisten waren anti-platonisten. Hun werken vertonen geen afspiegelingen van een ‘Idee’. Ze halen tevoorschijn wat ze ergens in een leuk hoekje van de aarde met eigen ogen gezien hadden. Het zette hen aan die wereld met eigen handen nog mooier te maken dan dat hij al is: licht dat kleur laat leven. Met zijn wirwar van stipjesstreepjes heeft Colins werk iets van het pointillisme, ook wel het ‘divisionisme’ genoemd. Niet de Franse vertegenwoordigers ervan, maar de penseelstreken van Van Gogh, de door jonge kunstenaars vaak heiligverklaarde van de moderne kunst, verleidden Colin. Eerder dan mengen, geeft de nabijheid, de juxtapositie van kleurtoetsen een speciaal effect op het netvlies. ‘Fiat Lux’, maar dan als een god in het diepste van hun krachten, zoals een kunstenaar is, om even Willem Kloos te verbeteren door zijn ijdelheid om te zetten in een creativiteitsprincipe, in de woorden van Nelson Goodman: ‘worldmaking’.

Het in het oog springend licht capterende coloriet, is een belangrijk kenmerk van Colin Waeghes werk. Verder zendt hij onze blik wandelen. Zijn labyrintische stukjes natuur geven niet de rust van het klassieke landschap, maar nopen de kijker tot een zoektocht, een weg met een begin en een einde, een begrensdheid, een horizon. Die is er niet.

De term van Gilles Deleuze, ‘rizoom’ is meer dan 40 jaar in zwang en misschien al de naam voor een schoenmerk. Hij blijft hier passend voor wat de beelden van Colin oproepen.

De werkelijkheid valt niet te vatten. Dubbelzinnigheid is niet de uitzondering, wel de regel. Dat stelt Merleau-Ponty al. Deleuze gaat verder, het gaat hier om een meer dan dubbele zin: “Il (le rhizome) n’est pas fait d’unités, mais de dimensions, ou plutôt de directions mouvantes. Il n’a pas de commencement ni de fin, mais toujours un milieu, par lequel il pousse et déborde. Il constitue des multiplicités.” (Mille Plateaux, p. 33)

Colin Waeghe werkt in reeksen. Een bepaald thema wordt uitgediept of beter nog, perspectivistisch – Colin houdt van Nietzsche – wordt iets vanuit diverse kanten bekeken.

Zo een reeks krijgt niet per se een duidelijke titel mee, zelfs al eens een duistere, maar steeds een pittige. ‘The dark side of the moon’ houdt hem immers bezig.

In zijn laatste tentoonstelling, in de zaal van de Brusselse Raad VGC, luidde het: ‘Take a walk’. Dat betekent ‘gaan wandelen’ en tevens ‘loop wandelen’. Hij toonde er overweldigende landschappen, met een gelaagdheid van wrange vrolijkheid. De tentoonstelling in de Oostendse galerie LLoyd draagt de titel ‘Get Lost’. Het landschappelijk thema wordt verdergezet. Ook hier is er een speling tussen het zorgwekkende ‘verdwaald geraken’ en het verstotende ‘loop naar de maan’.

Wat ruist er door het struikgewas? Het is Pan. Dit is alles en dus niet niets.

Geen paniek! Hij heeft weliswaar een slechte reputatie. Hij zou vandaag als ‘grensoverschrijdende’ god uit het Pantheon vliegen. Vind hem maar eens! Hij doolt rond, verscholen in het woud. Pan speelt nu en dan op zijn fluit, bestaande uit 7 rietstengels, waarin ooit de nimf Syrinx metamorfoseerde, liever dan door die lelijkaard met bokkenpoten en – horens overmeesterd te worden. In het schilderij van Colin Waeghe zinnebeeldt hij niet de sater met een zinnelijkheid waarvoor geen enkele nimf of herderin veilig was. Pan staat er voor het ‘Al’, de natuur en haar chaotische wildheid die niet te vatten valt.

Het is een interpretatie van een werk, ‘Pan im Schilf’ (1858), van de Zwitserse schilder Arnold Böcklin (1827-1901), inderdaad een symbolist. Het werk past in het ‘Get Lost’ thema. Pan, wild of niet, zit beteuterd tussen het riet en kan fluiten naar de pas gemetamorfoseerd nimf, dankzij de tussenkomst van de godin Gaea.

De goden staan voor cultuur, ze verschijnen ex machina. Natuur en cultuur spelen verstoppertje en zetten elkaar voortdurend voor schut. Colin Waeghe schildert dat spel met een panchromatisch palet.

Nu de pandemie geluwd is, is het kijken geblazen.

Willem Elias