No products in the cart.

Petrus De Man
‘in the dewdrop of the moon / I live and invent a sky of stars’
Saturday 01/05/2025 — Sunday 08/06/2025
Opening Sunday 04/05/2025 at 16.00
Exceptional opening hours:
During the Gallery Weekend, 1-4/05/2025, the exhibition can be visited from 13.00 to 18.00
“In spaces daubed with darkness and void, phosphorescent forms emerge, violently coloured and joyously shameless. Primitive trunks, totemic tubers, swollen radicles, alive and radiant. Are these insolent, multicoloured botanical plates depicting an imagined Eden? Or rather an inventory – already now – of a world disappearing, slipping from our grasp?
Sometimes we glimpse a solitary bird, a fly, a black empty chair, a ridge beyond which emanates the boreal glow of a magnetic horizon, invisible, unreachable, soothing. The scenes make us think of Henri Rousseau’s ‘jungle paintings’. In the candour of these imperfect forms, a deep melancholy seeps through. ‘In the end, are we not infinitely alone?’ Petrus De Man asks us.
For we are naked and alone, tangled in a jumble of fullness and nothingness, stunned by the darkness of the world. Organic shapes structure the page, evoking the tentacular network of a giant plant’s roots. Or perhaps the meshwork of the huge net that has long ensnared the small tribe of frolicsome, naked men inhabiting De Man’s works.
From Greek tragedy to psychoanalysis, Western thought has never said anything else: humans stumble because they are chained to invisible structures, ancestral laws and unbreakable bonds. How do we respond to the problem of our existence? How do we endure the idea that life is made of limits, emptiness and silence? Is there even an answer?
According to Petrus De Man, painting, by expressing an inner truth, allows us to access a form of transcendence, transformation and spirituality. A bridge between the visible and the invisible, between the raw reality and a quest for meaning, between beauty and redemption.
But we needn’t always seek meaning or allegory. ‘I bring art back down to earth, with both feet, without theory, without concept’, says De Man. His hand detaches itself from the mind and creates a shape, causing images that were dormant in the memory to resurface. ‘Often, my hand knows better than I do’, De Man confides. ‘Through repetition, I invite chaos. It is a kind of methodical trance that allows order to emerge at a later stage’.
Ultimately, one senses that hope and the insatiable pursuit of pleasure, desire, and joy deeply nourish De Man’s creative spirit. Art as play. ‘in the dewdrop of the moon / I live and invent a sky full of stars’, whispers the poet Hans Lodeizen.”
Yves Brochen (translated from French)
“In met duisternis en leegte volgesmeerde ruimtes duiken fosforescerende vormen op, felgekleurd en schaamteloos uitbundig. Oervormen van rompen, knollen als totempalen, opgezwollen wortelkiemen, levendig en stralend. Zijn dit brutale, bontgekleurde botanische afbeeldingen van hersenschimmig Eden? Of gaat het eerder om de inventaris – nu reeds – van een wereld die verdwijnt en ons ontglipt?
Soms zien we een eenzame vogel, een vlieg, een lege zwarte stoel en een bergkam met daarachter een magnetische horizon en het stralende noorderlicht, onzichtbaar, onbereikbaar, rustgevend. De werken doen denken aan de ‘jungletaferelen’ van Henri Rousseau. In de onschuld van deze onvolmaakte vormen schemert een diepe melancholie door. ‘Zijn we uiteindelijk niet ontzettend alleen?’, vraagt Petrus De Man ons.
Want we zijn naakt en alleen, verstrikt in een wirwar van volheid en leegte, met stomheid geslagen door de duisternis van de wereld. Organische vormen verlenen structuur aan het blad en evoceren de wortels van een gigantische plant die zich als een netwerk van tentakels uitspreiden. Of misschien de mazen van het grote net dat al zo lang het volkje van schalkse, naakte mensen kluistert die de werken van Petrus De Man bevolken.
Van de Griekse tragedie tot de psychoanalyse: nooit heeft het westerse denken iets anders beweerd dan dat de mens struikelt omdat hij vastgeketend is door onzichtbare structuren, wetten die teruggaan tot zijn voorouders, onlosmakelijke banden. Hoe moeten we reageren op het probleem van ons bestaan? Hoe kunnen we het idee verdragen dat ons leven uit grenzen, leegte en stilte bestaat? Is er overigens een antwoord op deze vragen?
Volgens Petrus De Man kan de schilderkunst door een innerlijke waarheid uit te drukken een vorm van transcendentie, transformatie en spiritualiteit bereiken, een brug slaan tussen het zichtbare en het onzichtbare, tussen de rauwe werkelijkheid en de zoektocht naar betekenis, tussen schoonheid en verlossing.
Maar we hoeven niet altijd naar betekenis of allegorieën te zoeken. ‘Ik plaats de kunst met beide voeten terug op de grond, zonder theorie, zonder concept’, stelt Petrus De Man. Zijn hand maakt zich los van de geest en laat een vorm ontstaan, waardoor beelden die in het geheugen sluimerden terug naar boven komen. ‘Vaak weet mijn hand het beter dan ikzelf’, vertrouwt Petrus ons toe. ‘Door herhaling lok ik de chaos uit. Het is een soort methodische trance die orde mogelijk maakt in een latere fase’.
Ten slotte wordt het duidelijk dat hoop en de onverzadigbare zoektocht naar plezier, verlangen en vreugde de creatieve kern van De Man voeden. Kunst als spel. ‘In de dauwdrop van de maan / leef ik en verzin een hemel van sterren’, fluistert dichter Hans Lodeizen.”
Yves Brochen (vertaald uit het Frans)